Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op OnsOranje.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

TOP-11: Minste Oranjeminuten

KNVB Media
KNVB Media
15 januari 2010, 13:04

Foto:

Edwin van der Sar is de speler met de meeste minuten in Oranje achter zijn naam, 11.463 om precies te zijn. Minder bekend is zijn ‘Oranje-collega’ Joop Wille, die zich met slechts 9 minuutjes in het Nederlands elftal tevreden moest stellen. Een TOP-11 van spelers met de minste minuten in Oranje.

11. Frans van der Klink, 26 minuten. Frans van der Klink kwam in de vriendschappelijke interland in en tegen Zwitserland, 15 oktober 1950, in het veld toen het al 4-4 stond. De speler van Hermes/DVS loste zijn ploeggenoot Ferry Mesman (Blauw-Wit) af en zag daarna nog vier doelpunten; waarvan drie voor de thuisploeg. Voor Nederland scoorden Mick Clavan, Kees Rijvers, Noud van Melis, Frits de Graaf en er was een eigen inzet.

 
Die ene wedstrijd waarin hij meedeed staat hoog in het klassement van grootste uitslagen. Twaalf doelpunten in één duel, het kwam hoogst zelden voor. Die 15de oktober 1950 is de boeken ingegaan als één van de vreemdste wedstrijden uit de historie van Oranje. Het was precies dat duel waarin de 'onbekende' Frans van der Klink zijn wonderlijke debuut mocht maken.
 
10. Henny Meijer, 24 minuten. In het seizoen dat hij voor Ajax uitkwam werd Henny Ingemar Meijer voor de eerste - en laatste - keer geselecteerd voor Oranje. Op 9 september 1987 deed hij mee in de vriendschappelijke interland tegen België (0-0). Bondscoach Rinus Michels zag in de Surinaamse ‘draaikont’ een welkome versterking van zijn selectie. Meijer kwam in De Kuip in het veld voor een andere Ajax-voetballer met Surinaamse roots: Aron Winter.
 
Meijer was een laatbloeier, maar wel een belangrijke speler voor veel clubs. Hij debuteerde bij Telstar, waar hij in het uitduel bij Heracles (1-5) alle treffers voor zijn rekening nam. Hij won in zijn periode bij FC Groningen later de Gouden Schoen als beste speler, en was de eerste speler die – in dienst van Tokyo Verdy 1969 - een doelpunt maakte in de net opgerichte J-League van Japan.
 
In 1989 zou hij aanvankelijk met het Kleurrijk Elftal naar Suriname reizen, maar Meijer vloog eerder naar Paramarbibo en ontsnapte zo aan het tragische vliegtuigongeluk waarbij onder anderen vijftien Surinaamse profvoetballers om het leven kwamen.
 
9. Heimen Lagerwaard, 21 minuten. Heimen Lagerwaard was de ster van Excelsior, speelde meer dan 250 wedstrijden voor de Rotterdamse club in de jaren vijftig en zestig, maar kwam slechts een maal uit voor het Nederlands elftal; op 27 september 1953, in de vriendschappelijke interland in en tegen Noorwegen. In de 70ste minuut kwam hij binnen de lijnen voor FC Eindhoven-speler Frans Tebak.
 
Het werd niet bepaald een succes, want de ploeg van bondscoach Jaap van der Leck werd in het Ulleval-stadion te Oslo weggespeeld door de Scandinaviërs. Het werd een duidelijke 4-0. De verdediger uit Kralingseveer werd daarna niet meer geselecteerd voor Oranje.
 
8. Heini Otto, 20 minuten. Misschien wel het meest merkwaardige debuut in de historie van het Nederlands elftal is van Heini Otto. De speler van FC Amsterdam vergezelde in 1975 zijn ploeggenoot Jan Jongbloed als chauffeur naar het vliegveld voor de vriendschappelijke uitwedstrijd tegen Joegoslavië. Op Schiphol bleek Willem van Hanegem echter niet te zijn gekomen, waarop bondscoach George Knobel vroeg of Otto zijn kicksen kon pakken. De speler had schoenen in zijn auto liggen en reisde vervolgens mee naar Belgrado.
 
De Amsterdammer kwam op 30 mei uiteindelijk nog aan spelen toe ook; in de 71ste minuut verving hij Peter Arntz van Go Ahead Eagles. In het Partizan-stadion werd het overigens geen gelukkig debuut. De Joegoslaven wonnen afgetekend met 3-0 van Oranje.
 
7. Harry Mommers, 19 minuten. Op 16 mei 1920, in het Landhof Stadion te Basel, kwam Harry Mommers aan zijn enige interland. Hij was door bondscoach Fred Warburton in de vriendschappelijke interland in Zwitserland in de basis geposteerd, maar werd na minder dan een helft al vervangen door NAC’er Rat Verlegh vanwege een knieblessure. Dat de speler van Willem II mocht debuteren kwam, zo werd gefluisterd in die tijd, door de voorkeur van het invloedrijke Brabantse lid van de Nederlands Elftal Commissie, Pius Arts.
 
Mommers zou later wel bij het Nederlands elftal betrokken blijven. Als lid van de Technische Commissie was hij nog betrokken bij een merkwaardig voorval rond Abe Lenstra, zo is te lezen in de kronieken. De Fries had, mede door vliegangst, geen zin mee te reizen met Oranje naar Denemarken, maar arriveerde toch – met Mommers aan zijn zijde - per trein in Scandinavië. Mommers hoorde van Lenstra dat hij te geblesseerd was om te spelen, maar geloofde dat verhaal niet en liet hem in Denemarken onderzoeken. Daar bleek van een kwetsuur geen sprake.
 
Nederland verloor met Mommers in Zwitserland met 2-1. Namens Oranje was Jan de Natris trefzeker.
 
4. Mario Been, 18 minuten. De huidige trainer van Feyenoord kwam slechts een maal uit voor Oranje, op 14 november 1984, in de WK-kwalificatiewedstrijd in en tegen Oostenrijk (1-0). Als vervanger van PSV’er Ton Lokhoff kwam de speler van Feyenoord in de 73ste minuut in het veld.
 
Been was een veelbelovende middenvelder, die indruk had gemaakt op het WK onder 20 jaar in Mexico, een jaar eerder. Hij scoorde onder meer tegen Brazilië met een lob, na langs drie verdedigers te zijn geslalomd. Been verloor in de kwartfinale met Nederland van Argentinië (1-2) en moest dat duel voortijdig verlaten nadat hij een steen uit het publiek tegen zijn hoofd had gekregen. Hij kwam later ook drie jaar uit voor Pisa, waar hij de bijnaam Mariodonna kreeg.
 
Oranje zou in het Gerhard Hanappi Stadion te Wenen verliezen door een eigen doelpunt van Michel Valke. Mede door die nederlaag zou Oranje het WK 1986 in Mexico niet halen. Been speelde geen minuut meer voor zijn land.
 
4. Martin Koeman, 18 minuten. Ronald en Erwin Koeman kwamen tot respectievelijk 6568 en 2266 minuten in het Nederlands elftal, hun vader Martin moest het met 18 minuutjes doen. Hij kwam als speler van het Groningse GVAV op 12 april 1964 in het veld voor Piet Kruiver van Feyenoord, in de vriendschappelijke wedstrijd tegen Oostenrijk (1-1). Bondscoach Elek Schwartz had hem voor het eerst geselecteerd.
 
Koeman – die verder uitkwam voor KFC, Blauw-Wit, FC Groningen en Heerenveen - zat in totaal zeven maal op de bank bij Oranje, maar hoefde daar nooit meer vanaf te komen. Het bleef voor de verdediger bij die ene interland in het Olympisch Stadion, die in 1-1 eindigde. Klaas Nuninga tekende voor de Hollandse goal.
 
4. Marcel Peeper, 18 minuten. Een brute overtreding van Sergei Gorloekovitsj maakte op 28 maart 1990 in één klap een einde aan de interlandloopbaan van Marcel Benjamin Peeper. Bondscoach Nol de Ruiter liet de speler van FC Twente debuteren in de vriendschappelijke wedstrijd tegen de Sovjet-Unie, in het Zentral Stadion te Kiev, een kleine twee jaar nadat Oranje ten koste van de Russen Europees kampioen was geworden. Door de nietsontziende tackle van de verdediger liep Peeper een gecompliceerde dubbele beenbreuk op.
 
Peeper maakte nog wel zijn rentree in het profvoetbal, maar zou zijn oude niveau nooit meer halen. Hij werd in Kiev vervangen door René Eijkelkamp. De wedstrijd eindigde uiteindelijk in 2-1. Voor Nederland scoorde Ronald Koeman vanaf de strafschopstip.
 
3. Chris Dekker, 15 minuten. Als vervanger van Johan Neeskens kwam Dekker op 27 maart 1974 in de 76ste minuut in het veld, in de vriendschappelijke interland tegen Oostenrijk. De voetballer van FC Amsterdam was vlak voor het WK in West-Duitsland, waar Oranje de finale zou halen, geselecteerd door bondscoach Rinus Michels.
 
Bij die ene invalbeurt zou het echter blijven voor de speler die ook uitkwam voor AZ’67, NEC, DWS, MVV, Sporting Charleroi, Seiko Hong Kong, Sparta en Fortuna Sittard. Na die tijd werkte Dekker voor Fortuna Sittard, Eindhoven, Al-Jazira uit de Verenigde Arabische Emiraten, Feyenoord (jeugd opleidingen), RBC Roosendaal, Sparta Rotterdam, en was hij coach van het Qatarese elftal onder 17 jaar. Nederland-Oostenrijk eindigde overigens in De Kuip in 1-1. Voor Oranje scoorde Ruud Krol.
 
 
2. Niels Oude Kamphuis, 10 minuten. Bondscoach Louis van Gaal liet de speler van Schalke 04, die daarvoor vele jaren bij FC Twente voetbalde, op 15 augustus 2001 debuteren in de vriendschappelijke interland in en tegen Engeland. De Tukker kwam in de 81ste minuut in het veld voor aanvoerder Phillip Cocu en bereikte daarmee een hoogtepunt in zijn loopbaan.
 

 Oranje stond toen op White Hart Lane in Londen al met 0-2 voor (treffers Mark van Bommel en Ruud van Nistelrooy) en dat werd ook de eindstand. Oude Kamphuis werd nog wel vaker geselecteerd, maar droeg het Oranjeshirt niet meer in het veld. De speler beëindigde zijn loopbaan op 29-jarige leeftijd vanwege een chronische achillespeesblessure.
 

 1. Joop Wille, 9 minuten. Johan George Wille van het Haarlemse EDO kwam 21 april 1940, in de vriendschappelijke interland tegen België, in de 82ste minuut als invaller in het veld voor doelman Adri van Male van Feyenoord. Bondscoach Bob Glendenning liet de keeper debuteren in het duel dat kort voor het begin van de Tweede Wereldoorlog werd gespeeld.
 

 Dat is ook de reden dat Wille niet vaker voor Oranje is uitgekomen. Hij zou kort daarna op doel staan tegen Luxemburg, maar die interland is nooit gespeeld. Nederland won in het Olympisch Stadion met 4-2 van de Belgen, door treffers van Herman van de Engel, twee maal Bertus de Harder en Leen Vente. Wille was de laatste overlevende international van voor de oorlog. Hij floot later als scheidsrechter nog enkele duels in het betaald voetbal. Op 1 maart 1986 werd hij benoemd tot bondsridder.
 
 
* In deze lijst zijn Otman Bakkal (6 minuten) en Wout Brama (20 minuten) niet opgenomen, omdat zij onlangs debuteerden in Oranje en nog zicht hebben op meer minuten.

  • Tags:

Gerelateerd nieuws

Laatste artikelen